Tijdens de raadsvergadering van donderdag 8 januari 2009 zou de “Strategische visie 2010 – 2020” door de gemeenteraad behandeld worden. Op voorstel van de Fractie Franssen is de behandeling van deze visie opgeschort naar de raadsvergadering van 16 februari 2009.
Redenen hiervoor waren de grote onduidelijkheden, het stuk was niet compleet en niet in lijn met de door de Raad opgestelde beleidsvisie(s). Fractie Franssen kiest voor kwaliteit, en daar tipte de eerste visie niet aan. Daarnaast weigerde het College de vragen van Fractie Franssen over de bestedingen van belastinggeld te beantwoorden, waardoor er geen goed besluit genomen kon worden.
In de tussenperiode hebben alle fracties hun inbreng kunnen verwoorden in een herschreven visie voor de toekomst van onze gemeente.
Fractie Franssen heeft de volgende wijzigingen en opmerkingen bij deze visie geplaatst:
Algemeen
De ontwikkeling van dit stuk heeft een lang voortraject gekend, een tweetal raadsconferenties, gesprekken, interviews, sessies met inwoners en enquêtes hebben als basis voor dit stuk gediend. Hier zit ook één van onze grootste knelpunten. In de laatste raadsconferentie met betrekking tot voorliggend stuk hebben wij vernomen dat het aantal respondenten op de enquête beperkt is en dat tevens geven uitsluitsel kan worden gegeven dat de geënquêteerden niet dezelfde personen zijn die hun input hebben gegeven aan de interviews en sessies in de diverse kernen. Bovendien was de opkomst bij deze sessies ons inziens laag.
Hierdoor ontstaat een situatie waarin het voorliggende stuk is gebaseerd op inzichten en visies van een beperkt aantal mensen, hetgeen betekent dat de bevindingen niet gegeneraliseerd mogen worden en niet zonder verder onderzoek representatief zijn voor het merendeel van de inwoners uit onze gemeente. Een gestratificeerde steekproef of een systematische steekproef met aselect begin hadden kunnen bijdragen aan een onderzoek wat wel generaliseerbaar was geweest voor de inzichten van alle inwoners van onze gemeente in vergelijking met het enigszins vrijblijvende karakter van voorliggende visie.
Ontwikkelingsscenario en centrale doelstellingen
Op welke manier gaan we als gemeente in overleg en delen wij verantwoordelijkheid met de lokale gemeenschap, maar houden wij de regie in eigen hand? Wij hebben al vastgesteld dat we geen buurtraden e.d. willen, maar hoe dan wel? Kunnen we dit niet concretiseren en zo ook duidelijk richting burgers verschaffen.
De dynamische erfgoedstrategie klinkt leuk, maar kan dit niet iets duidelijker. Kunnen we een voorbeeld geven van één of meerdere projecten die hier onder vallen of in het verleden zijn uitgevoerd. Hoe gaan we hier in de toekomst vorm aan geven?
Het ja, mits principe klinkt leuk, maar de zin “initiatieven die strijdig zijn met deze doelstellingen te allen tijde worden afgewezen”. De stelligheid waarmee dit geformuleerd wordt betekent dat als een gehele kern iets wil, maar dit niet strookt met de strategische doelstellingen en uitgangspunten, wij dit zondermeer van tafel vegen. Dit kan toch niet de bedoeling zijn van een goedwerkende democratische samenleving. Kunnen we dit niet iets minder stellig formuleren?
Duurzame versterking van leefbaarheid in onze kernen
Waarom laten we het bouwen van starterswoningen in principe over aan particuliere initiatieven? Hebben wij als gemeente niet de plicht om ons hier voor in te zetten en deze behoefte te sturen, nee zelfs hierin te voorzien. Wij zijn bang dat inzetten op levensloopbestendige woningen en zorgwoningen onmogelijk kan garanderen dat er genoeg starterswoningen ontstaan / vrijkomen.
We streven ernaar dat mensen in hun eigen kern kunnen blijven wonen, maar tegelijkertijd stellen we dat we niet iedereen in zijn eigen kern kunnen laten wonen. We stellen dus iets voor, maar maken tegelijkertijd een voorbehoud. Kunnen we dit niet herformuleren of althans verduidelijken in één paragraaf.
De opmerking dat vrijkomende schoolgebouwen een multifunctionele invulling krijgen, is ook niet duidelijk. Als wij de visie van het kapelaan Pendersplein lezen dan wordt hier een situatie geschetst waarbij de school komt te vervallen in plaats van parkeren in het groen. Op zich een prima gedachte, maar het strookt niet met het uitgangspunt van deze visie.
Is het mogelijk een definitie van duurzaamheid toe te voegen, want duurzaam is een modewoord en iedereen legt het anders uit.
Duurzame versterking van de kwaliteit van ons buitengebied
We benadrukken dat natuur en landschap ons erfgoed vormen, maar kunnen we in het stuk niet benadrukken dat ook cultuur in zijn geheel een erfgoed is waar we over moeten waken. In de paragraaf wordt dit slechts ten dele benadrukt.
Kaderen we niet alles te veel af. Als je het stuk gaat lezen dan krijg je het gevoel dat alles afgekaderd wordt en dat wij nu al bepalen dat alles wat in de toekomst gebeurt duurzaam, kleinschalig en extensief economisch moet zijn en waarbij we ook nog eens rekening moeten houden met de dynamische erfgoedstrategie en duurzaamheid! Feitelijk borduurt dit voor het op ja, mits principe wat al eerder genoemd. We kaderen nu alles zo grondig af dat we in de toekomst geen enkele mogelijkheid meer hebben om zaken anders aan te pakken, alles moet binnen een heel eng gesteld driehoekje passen. Wij vragen ons af in hoeverre bedrijven en particulieren überhaupt wel gediend zijn en zich nog wel in onze gemeente willen vestigen. Wij denken ook dat we met zo’n afkadering gigantisch veel nieuwe ideeën direct de grond in boren, dat is toch zeker geen goede ontwikkeling.
De gemeente als daadkrachtig regisseur en partner
De portefeuillehouder strategie die wordt genoemd, hoe gaat dit eruit zien? We spreken over bewaken en formulieren invullen/verzamelen? Maar is dit wat we willen, wordt strategie nu opeens een geheel bureaucratisch proces, terwijl dit eigenlijk een vrij informeel geregeld proces moet zijn. Waarom gaan we dit proces direct weer ‘verpolderen’, laat de organisatie vrij om de zaken op te pakken en te ontwikkelen en stuur bij daar waar nodig, maar ga het niet allemaal in functies, vergaderingen en formulieren verankeren. Wij denken dat de ambtenaren, gezien hun nu al drukke agenda, hier niet bij gebaat zijn!
Hoe moeten wij de zin lezen: “Als van gelijkwaardig partnerschap geen sprake kan zijn, treedt de gemeente bestuurlijk en ambtelijk bedrijfsmatig en klantvriendelijk op?” Wat bedoelen we hier überhaupt mee en wat heeft dit met strategie te maken, dit is een operationeel gegeven ons inziens.
Waarom wordt nu eens geen aandacht besteed aan de diverse ontwikkelingen op IT gebied? We weten dat in Nederland voldoende trajecten lopen op het gebied van mid office integratie (bijvoorbeeld Andez II, Andez III), maar hier wordt nergens in het stuk melding van gemaakt. Wordt integratie, daadkracht en regie gestuurd en ondersteund vanuit een denken waarbij ook aandacht aan Informatie (Communicatie) Technologie wordt gegeven? Is hier überhaupt aandacht voor geweest?
Tot slot, hoe verhoudt dit stuk zich met de beoogde samenwerking met Vaals en Valkenburg? We willen samenwerken, maar kaderen zelf alles af dat kan niet de bedoeling zijn van samenwerking die nog niet een gestart is.