In de samenwerking tussen de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem en Vaals is gisteren een beslissende stap gezet. De drie colleges hebben zowel voor de korte als langere termijn stevige ambities geformuleerd, waarmee zij in gezamenlijkheid het hoofd willen bieden aan de forse uitdagingen die in de komende tijd op gemeenten afkomen. De burger staat daarbij centraal.
De colleges hebben voor de drie gemeenten een aantal bestuursopdrachten geaccordeerd, waarmee zij concreet vorm en inhoud willen geven aan de samenwerking. Het motto is: Met volle kracht vooruit! Daarbij is duidelijk uitgesproken dat er van vrijblijvendheid geen sprake kan zijn. Vooral de voorbereiding op de invoering van de nieuwe Omgevingswet, een grootschalige overdracht van taken van rijk naar gemeenten, voorzien voor 2019, zal één van de grootste uitdagingen vormen. Bij dit proces worden ook de gemeenteraden nadrukkelijk betrokken. Het streven is om in juli 2017 een gezamenlijk document aan de gemeenteraden voor te leggen, waarin het kader en de ambities voor de samenwerkende gemeenten vast worden gelegd.
Dit jaar wordt daarnaast ook ingezet op een gezamenlijke visie en aanpak inzake Toeristisch beleid, Sociaal domein, Buitendienst, Vrijwilligersondersteuning en het project Trambaan-fietsroute.
In de filosofie van de gemeenten is bestuurlijke zelfstandigheid in combinatie met bestuurlijke samenwerking de beste garantie om de opdracht vanuit de samenleving op de best mogelijke manier te vervullen. Heel belangrijk daarbij is dat gewerkt wordt vanuit de lokale situatie, dicht bij de burger en maatwerk waar dat gevraagd wordt en mogelijk is.. De vraag hoe de burger in de uitvoering het best kan worden bediend is leidend bij het bepalen van het niveau van samenwerking: lokaal, (sub)regionaal of op Zuid-Limburgse schaal. Het succes van deze aanpak zien we dagelijks in ons functioneren en in onze contacten met onze burgers. Zo zijn er op lokaal niveau goede resultaten bereikt bij de uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein. Maar daar waar nodig ook in de samenwerking onderling en op regionaal niveau.